maandag 15 september 2014

Modern Europees denken: kwestie van ‘ouderwets’ koopmanschap

Wie geld wil verdienen moet gewoon de boer op in het land waar je zaken wilt doen. Je moet mensen spreken, afspraken maken en de handel aantrekkelijk maken voor de buitenlandse koper. Alle moderne sociale media ten spijt, is persoonlijk contact nog steeds het belangrijkste voor succesvol en effectief zaken doen. Ik noem dat: ouderwets koopmanschap. Zeker als je, zoals Holbox, van plan bent om verder Europa in te trekken dan moet je daar een behoorlijke dosis van in huis hebben. Wij vinden al jaren dat Europa onze markt is. Daarom hebben we een fabriek en een verkoopkantoor in Polen en verkoopkantoren in Duitsland en Frankrijk. Engeland lokt ons. Dit niettegenstaande het feit dat we met liefde onze thuismarkt Nederland omarmen.

Wie in het buitenland zaken wil doen, moet niet de fout maken dat te willen doen vanachter het Nederlandse bureau. Daar heb je mensen voor nodig in het land zelf, die de sentimenten per land kennen. Wij moeten als Nederlanders niet denken dat we het buitenland ‘er even bij doen’. Daarvoor zijn we als land te klein en is het buitenland te groot. Daarom werken we in het buitenland met ‘natives’, die op hĂșn manier ons koopmanschap uitdragen.

Als Holbox hebben we de Europese gedachte in ons hart gesloten, min of meer tegen de trend in. De zogenaamde Europese Barometer wijst uit dat de Nederlandse burgers Europa niet zo zien zitten. In zes jaar tijd liep de animo voor ons werelddeel terug van 76 naar 53%. Ondernemers denken daar echter anders over. 75% van de Nederlandse ondernemers vindt de Europese gedachte een kostelijk goed. Die score kan wat Holbox betreft nog wel wat hoger gezien onze hang naar expansie, lees: koopmanschap. Daar geloven we heilig in. Zakendoen van face-to-face. Iets mooiers is er niet.